Ageler es liefde
Het was in de zomer van 1982. Hij was op zeilkamp met 4 havo in Uitwellingerga in Friesland. En, ondanks dat hij in z’n sas is bij windkracht 4, na drie dagen had hij het wel gezien. Ik wol da’k in ’n es leup, dacht hij. De Ageler es. Al van jongs af aan ‘zijn’ achtertuin. En dat schept een band. Een band die zich het best laat vergelijken met kamperfoelie en de goastok in wording. Innig vervlochten dus. Eddy Tenniglo is thuis op zijn best. Aan de Oostwal in Ootmarsum. Zijn uitvalsbasis waar hij voor dynamiek alleen de voordeur open hoeft te doen en voor de rust slechts een paar honderd meter hoeft te lopen. Um d’r effen oet te wean’n.
De melkmonster-man die zijn eigen droom najoeg
Aan verkas-kansen ontbrak het geenszins. Zo kreeg Eddy in de jaren ’90 onder andere de kans bij zijn oom en tante in Fleringen te gaan wonen. Niet om te boeren. De boerderij hadden ze reeds van de hand gedaan. Ze waren namelijk kinderloos en hadden geen opvolgers. De grond die er bij hoorde, hadden ze aangehouden. Die zou Eddy mogen beheren en onderhouden.
Hetty wou wel, Eddy’s kersverse vrouw. Zelf zag hij dat niet zo zitten. Niet dat het hem aan affiniteit met het boerenleven ontbrak. Integendeel. Van zijn 12e tot zijn 22e nam hij zelfs iedere ochtend melkmonsters bij de boeren in Ootmarsum en omstreken. Een boerderij bestieren was simpelweg niet zijn kleine jongensdroom. Hij is geen plattelandsmens. Ook geen stadsmens. Hij is alles daar tussenin.
De drie R’en, maar dan anders
Rust, ruimte en reuring. Het zijn de niet-opvoedkundige R’en die maken dat Eddy en de Oostwal 55 onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. De reuring die het rumoer van de stad heet. De geur van de versgebakken pizza’s van Khaled - de overbuurman. Vijf minuten fietsen voor de Appie. Effen ’n wal oaverstek’n om bij de buurman in te checken. ‘Ik doel dus niet op het stadse leven van wonen op postzegelgrootte,’ zegt Eddy.
Voor de rust en de ruimte hoeft hij slechts 500 meter te lopen. Bij de molen van Oude Hengel wandelt hij de Ageler es in. Dat hij er graag komt is een understatement. Want, het is daar waar bijna iedere ochtend zijn dag begint. Iedere keer dezelfde 5 kilometer. Alleen. De wandeling die nooit verveelt. Tussen de weilanden door, langs dichtbegroeide houtwallen met af en toe een lichte klim – de stuwwal-restanten van de ijstijd. Via ’n Pöl komt hij uiteindelijk bij zijn stuk grond uit. Je herkent het aan het enige veldschuurtje op de flank van de Kuiperberg bij Lange Jan. Vroeger graasden de koeien van zijn grootvader er. Nu is hij de rentmeester en verbouwt hij er rogge. Ieder jaar weer.
Houten hoogstandjes
Eenmaal thuis gaat hij aan het werk. In de houtdraaierij. Opnieuw familie-erfgoed. Zijn betovergrootvader begon er al mee begin 19e eeuw. Eddy pakt er een krantadvertentie uit 1954 van zijn opa bij. ‘Uw steel in hooivork, greep, bats of schop gebroken. Geen bezwaar (…).’ ‘Slagstokken voor de textielindustrie maakte hij ook op zijn draaibank,’ vertelt Eddy. Hijzelf draait ze niet meer. Simpelweg omdat de textielindustrie langzaamaan naar het buitenland verdween vanaf de jaren ’60.
Twentsche Courant (1954) krantadvertentie E. Tenniglo
Wel moet je naar z’n souvenirhuis voor kloten, geveltekens en goastokken. Typisch Twents? Ja en nee. De goastok kennen ze in Duitsland namelijk ook. ‘Daar worden de vakmensen na hun opleiding namelijk geacht dat ze de wijde wereld in trekken. Denk aan timmermannen, metselaars. Drie jaar zijn ze vaak onderweg. De wandelstok is dan een vaste metgezel.’ De goastok dus.
Hier houden we het bij de goastok. Een kunstwerk gerijpt in de natuur. Want, rijpen vraagt om geduld. Om tijd. Een goastok in de hand getuigt van vakmanschap in de breedste zin van het woord. Om ‘m te vinden. En, om lang genoeg te wachten totdat ‘ie ‘rijp’ is. Soms betekent het spotten van de goastok in wording dus wachten. Hopen dat niemand anders ‘m vindt. Hoe langer de kamperfoelie zijn werk heeft kunnen doen, hoe fraaier het resultaat. De spiraalvorm die uiteindelijk achterblijft in de tak maakt of kraakt de goastok. Niet geheel onbelangrijk als de mannen er vroeger gasten mee gingen uitnodigen voor de bruiloft. Of er mee over de kermis liep. Je begrijpt, het uitkerven is de kers op de taart.
Soms heeft een werk geen prijs
Niet alles in zijn winkel is overigens te koop. De portretten van zijn pa en opa - naar wie hij vernoemd is – bijvoorbeeld. Ze getuigen van de levensloop van dit stukje Oostwal. De twee doeken van Piet Kleinschmit ook niet. Hij schilderde de watermolen op het Singraven en Ootmarsum gezien vanaf de oriënteertafel. Op deze laatste torenen in de verte de witte koepels van de protestantse en rooms-katholieke kerk er boven uit. De eerste iets ingetogener. De laatste hoger en met een punt dak. ‘En kijk hier, het Véénk’nböske,’ wijst Eddy.
Eddy Tenniglo in z'n draaierij (eigen foto)
Siepel of Tukker?
Geveltekens, krentenwegges, de ingeslikte ‘n. Twente heeft het. Maar, waar ontbreekt het de regio aan? ‘Daar ben ik dus niet van. Als het je aan iets ontbreekt, dan moet je zorgen dat je het krijgt,’ aldus Eddy. Dat Twente niet achter is gebleven op de Randstad, maakt hem enigszins trots. ‘Twente is volwassener geworden door de jaren heen. De underdog houding ten opzicht van de Randstad is passé. Dit komt de ontwikkelingen ten goede.’ Hij zinspeelt op de technologische vooruitgang.
Een trotse Tukker? Ja. Maar bovenal, is hij een echte Siepel. Want, aarden op een plek in Twente waar geen winkel te bekennen is? Nee. Zijn drang naar reuring had hij als kleuter al. Meermaals liep hij van de kleuterschool weg. Thuis in de draaierij, daar gebeurde het. En, die rust en ruimte? Dat ‘es geveul’? Daar zoekt hij zelfs zijn vakanties op uit. ‘Hier moet je deze glooiingen zien. Dat is bij boer Harry in Gulpen – met zachte G. Dit is toch prachtig? Toch net o’j in ’n es loopt?’

Boer zoekt Kees. Gevonden!
Boer Kees is een natuurinclusieve boer. Samen met zijn ouders runt hij boerderij Erve Holtwick in Agelo. Een prachtig klein dorpje gelegen in het Twentse coulissenlandschap nabij kunststadje Ootmarsum. De familieboerderij kent een eeuwenoude geschiedenis. Kees ziet het dan ook als een heuse eer het boerenbedrijf voort te kunnen zetten op zijn geboortegrond..
Wil je altijd als eerste onze verhalen in je mailbox?
Laat dan je gegevens bij ons achter.