Talige Tukker
Wat sas as dös was kaans. Het is een van zijn favoriete gezegdes. Want, vraag Theo niet er een in het bijzonder te kiezen. Een onmogelijke taak voor een Twentse taalpurist. ‘Er zijn tig mooie Twentse uitspraken. Het mooie zit 'm in het pure, zoals deze: oet de tied komm’n. Of deze: zee hebt ’t nust oonder ’n boam lig’n,’ aldus Theo.
Rasechte Twentenaar
Theo Scholte Lubberink is een geboren en getogen Ageloër. Een rasechte Tukker wiens liefde voor de streek verder reikt dan de taal. Samen met zijn vrouw gaat hij er graag op uit: wandelschoenen aan en gaan. Via zandpaden door het bos en langs het verkeersluwe Almelo-Nordhorn kanaal. Het kanaal dat dan weliswaar niet in zijn functie als kanaal heeft gefloreerd, maar dat nu wel doet: als natuurgebied.
Ieder seizoen heeft volgens Theo zijn reden het kanaal vooral niet over te slaan. Het voorjaar geeft eiken in bloei en imposante, witte zwanen. En een échte winter? Unox-mutsen en klapperende schaatsen. Met een beetje geluk dan. Dat laatste is namelijk geen vanzelfsprekendheid meer.
Maar laten we eerlijk wezen: Twente is meer dan Agelo. Veel meer. Dat weet Theo als geen ander. Het Twentepad geeft een beter beeld. De wandeltocht van 87 kilometer die langs statige havezaten voert en via de graancirkels van Jannink leidt naar 81 meter boven NAP: de Tankenberg. Wat hem betreft een must-do. Tukker of niet.
Met de brommer op het Almelo-Nordhorn kanaal. Kan ook.
Nederlands leren op school
Terug naar het dialect. ‘Onze taal’ zoals Theo het zelf zegt. Hij kreeg het met de paplepel ingegoten. Thuis werd er altijd Twents gesproken. Met pa en ma. Maar ook als broers en zussen onderling. Een heel verschil met nu. Want, waar Theo op school leerde dat ‘teller’ bord was, leren de kinderen nu dat bord, ‘teller’ is.
Met een grote lach vertelt Theo over vroeger. Over de vergeefse pogingen op school een Twents woord te ver-Nederlandsen. Door de ‘n’ niet in te slikken bijvoorbeeld. Zo werd ‘graav’n’, graven. Maar dat maakte nog geen sloot.
"Zee heb't nust oonder 'n boam lig'n, oftewel, de relatie is over en uit"
Wie is nou die Tukker?
Toch klinkt de zachte 'G' van een Limbo hem evengoed in de oren als de ingeslikte ‘n’. Het is een fijne bijkomstigheid uit zijn DJ-tijdperk. Een periode van veertig jaar die hem des te meer deed inzien dat iedere streek zijn charmes heeft. In taal en doen-en-laten. ‘Want, wat zijn wij Twentenaren toch stugge swingers. De Brabo’s laten zich zoveel makkelijker tot de dansvloer verleiden.’
Ja, de Twentenaar kijkt graag de kat uit de boom. En ja, daardoor schieten de heupen soms pas rond de klok van 12 uit het slot. Het is een vorm van Tukkerse terughoudendheid. Het hoort bij elkaar. Net als de Brabo en zijn worstenbroodje.
Iets meer dan een gewone buur
Op de dansvloer laat ‘ie het niet echt blijken, maar de Twentenaar is nou eenmaal meer een doener dan een prater. Met het noaberschap komt dat beter tot uiting. Al laat het zich niet makkelijk omschrijven.
Een noaber is nét iets meer is dan een gewone buur. Noabers rekenen op elkaar en hebben weinig woorden nodig. Na een kruisband-operatie ben je dan ook niet twee weken veroordeeld tot pizza, pannenkoek en patat – Twents voor friet. Een noaber zorgt voor een grote pan snert. En die tweehonderd kleine hooibalen op het land? Daar helpt een noaber je ook bij. Samen een koude Grolsch naderhand en de volgende zomer helpt hij opnieuw buffelen.
"Nét iets meer dan een gewone buur"
Maar tijden veranderen
En Twente dus ook. Samen met het landschap, de gewoonten en de taal. Want, waar Theo dialect sprak met zijn ouders, voedde hij zijn eigen kinderen Nederlands op. Als taalpurist nota bene. Hoe dat kwam? Dat vraagt hij zich zelf ook nog steeds af. ‘Mijn kinderen verstaan het wel, maar hebben niet hetzelfde vocabulaire.’
Hoe 'n kuierdroad 'n tel'foon werd
Jongeren spreken minder Twents. Een algehele trend die er niet alleen binnen huize Scholte Lubberink is ingeslopen. Als mede-initiator van het Twents songfestival hoopt hij het dialect weer cool te maken. ‘Doodzonde als dat zou verdwijnen. Tuurlijk raken bepaalde woorden in verval. Mijn oma had het bijvoorbeeld altijd over ’n kuierdroad en ’n huulbez’m. Wij spraken van ’n tel’foon en ’n stofzuuger.’
Oude woorden verdwijnen, nieuwe doen hun intrede. Maar om een taal levendig te houden, moeten we het blijven spreken. ‘Het is iets tastbaars waarmee we ons, naast tradities, van elkaar kunnen onderscheiden. Brabo’s van Hagenezen, Twentenaren van Friezen. En vice-versa uiteraard.’
‘Als student in Utrecht voelde ik me vroeger betrapt als iemand me vroeg of ik wel van daar was. Ik schakelde meteen over op ABN. Ofja, voor mijn gevoel dan.’ Met de kennis van nu, zou hij er geen enkele moeite meer voor doen zijn roots te verbloemen. Waarom zou hij? ‘Accentloos ABN bestaat immers niet.’
Liefde voor het accentloze ABN
De trots op de streek zit ‘m in het in stand houden van de verschillen. Verschillen in taal, accent en souplesse van de heupen. Om elkaar te begrijpen zijn we soms genoodzaakt tot een andere woordkeuze. Een Nederlands woord. Maar de tong laten struikelen over de ‘n’ of de huig pesten met de harde 'G'? Nee hoor. Houd ze er vooral lekker in.
‘Verschillen doen leven,’ aldus Theo.
Misschien wel de mooiste eik van Agelo. Middenin de es staat 'ie.
Boer zoekt Kees. Gevonden!
Boer Kees is een natuurinclusieve boer. Samen met zijn ouders runt hij boerderij Erve Holtwick in Agelo. Een prachtig klein dorpje gelegen in het Twentse coulissenlandschap nabij kunststadje Ootmarsum. De familieboerderij kent een eeuwenoude geschiedenis. Kees ziet het dan ook als een heuse eer het boerenbedrijf voort te kunnen zetten op zijn geboortegrond..
Ben jij een fijnproever én geïnteresseerd in alles wat er in en rondom ons bedrijf gebeurt? Meld je dan snel aan voor ons Liefhebbers-panel ‘VolOpSmaak’ of lees meer over alle leuke activiteiten die ons samenbrengen.